SJOERD KNIBBELER | PASSANTEN
Sjoerd Knibbeler is een hedendaagse kunstenaar die woont en werkt in Nederland. Zijn kunstwerken worden zowel nationaal als internationaal gepresenteerd. Dit najaar gaat zijn nieuwe serie 'Passanten' in première. Vanaf zaterdag 14 september opent zijn solotentoonstelling in de galerie, gevolgd door Unseen en Paris Photo.
Het afval van afval
Door Diana Bokje voor het Pf Magazine
Het onzichtbare zichtbaar maken, dat is wat Sjoerd Knibbeler fascineert. Fotografie is dan niet het eerste medium waar je aan denkt. Juist omdat de camera zich verhoudt tot de realiteit. De oplossingen vindt hij in samenwerking met de wetenschap. Eerder bracht hij wind, zonlicht en prototypes van vliegtuigen in beeld. Voor de serie Passanten richt hij zijn aandacht op het afval van afval.
Ieder jaar geeft het Duitse afvalverwerkingsbedrijf EEW een kunstenaar een opdracht om iets te creëren dat is geïnspireerd op hun productieproces. Knibbeler bezocht de vestiging in Delfzijl. Hier wordt op een duurzame manier energie opgewekt uit de dagelijkse stroom van restafval, voornamelijk afkomstig uit onze huishoudens. Tijdens zijn eerste bezoek werd Knibbeler gegrepen door de enorme verzameling afvalbergen op het terrein. Als een kermisattractie waarbij je met de grijpers een pluche knuffel kunt bemachtigen, mixt het personeel het afval met twee grote grijpers. Vervolgens verdwijnt het afval in een serie steeds hetere ovens. Na dit proces blijven de materialen over die niet verbranden, zoals glas, keramiek en metaal, het afval van afval.
Nadat de grote materialen hier uit zijn gevist, blijft een soort grit over dat in grote zwarte bergen op het terrein ligt te wachten tot het kan worden gebruikt als fundering voor onze wegen. Het zijn deze bergen die de fotograaf triggeren. Gefascineerd struint hij over deze bergen heen. “Dit hele proces speelt zich af in het puntje van Nederland, onttrokken aan ons gezicht. We zien het niet en willen er liever niet zoveel van weten. Dit is afval op industriële schaal. Die enorme zwarte bergen spraken tot mijn verbeelding. Het zwarte met al die gekke elementen die eruit steken. Het prikkelde mijn nieuwsgierigheid. Wat zit er tussen en wat blijft er over?”
Herrezen uit de as
De foto’s die hij tijdens zijn eerste bezoek op locatie maakt, gaan mee naar huis. Ze dienen als geheugensteuntje en beginpunt van de ideevorming. In de weken na zijn bezoek denkt hij na over de betekenis van hetgeen hij heeft gezien. Net als veel van zijn onderwerpen is afvalverwerking iets wat niet direct zichtbaar is, maar wel belangrijk voor de maatschappij. Het verbrandingsproces was een thematiek waarmee hij nog niet eerder had gewerkt. Een onderzoek naar dit proces volgt. Net als gedachten over de aantrekkingskracht van kampvuurtjes en hoe dat ons verbindt met onze voorouders. Ook een opdracht over herrijzen uit de as in een boek van Tommy Wieringa, beïnvloedt zijn denkproces. “Ik wil niet op een documentaire manier foto’s maken, maar zoek naar een vertaling van hetgeen dat ik heb aangetroffen. Net zoals een wetenschapper zich bezig houdt met het inzichtelijk maken van processen om grip te krijgen op een onderwerp.
Door een samenwerkingsverband aan te gaan met wetenschappers en met hen van gedachten te wisselen, voed ik mijn werk en soms ook vice versa.” Daarnaast spelen expertise en intuïtie een rol in het proces. Op een gegeven moment blijven er een paar interessante invalshoeken over. Daarna spelen overwegingen als hoe haalbaar een idee is en wat er al door zijn voorgangers is gemaakt een rol. “In dit geval was voor mij het belangrijkste uitgangspunt waar ik de meeste ruimte om te experimenteren zag. Juist omdat ik heel gecontroleerd werk, heb ik binnen dat kader zoveel mogelijk ruimte nodig om het werk tot leven te laten komen.” Naast een opdrachtgever had Knibbeler te maken met een art consultant (of kunstadviseur) die als intermedieer tussen de kunstenaar en de opdrachtgever functioneerde. “Dat werkt heel fijn omdat je een idee dan moet formaliseren. Door het op te schrijven en schetsen te maken wordt het concreter en krijgt het handen en voeten.”
Van afval naar grondstof
Zijn voorliefde voor het maken van constructies is duidelijk terug te zien in deze serie. Net zoals een wetenschapper in een lab alle externe factoren uitschakelt, werkt Knibbeler graag in de gecontroleerde omgeving van zijn studio. “De volledige beheersing van het licht maakt dat ik bepaalde kwaliteiten van het materiaal kan laten zien. Hier vind ik ook de concentratie die ik nodig heb om datgene te vinden waar het precies om gaat.” In dit geval had het behoorlijk wat voeten in de aarde om het materiaal naar zijn studio te krijgen. Omdat het vervuild materiaal is, geldt er een limiet voor de hoeveelheden die je zonder vergunning mag vervoeren en moest het ook weer terug naar de fabriek. Zo reed de fotograaf dus twee keer heen en weer naar het puntje van Groningen met een paar afgesloten tonnen afval in zijn busje. “Terplekke heb ik opnieuw door de afvalbergen gestruind om die dingen te verzamelen die me iets deden. Dit is een puur intuïtief proces. "Ineens vormde het afval de ingrediënten voor sculpturen die zorgvuldig door Knibbeler werden samengesteld op een met houtskool zwart gemaakte en met zwarte grit bestrooide tabletop tafel. “Dit is voor mij het mooiste gedeelte in het proces. Kijken hoe de materialen bij elkaar passen en wanneer er interessante vormen ontstaan. Het is een continu proces van stapelen, kijken en uitlichten. Het licht brengt het geheel tot leven. Daarna is het de kunst dat de assemblages zo lang blijven staan dat ik ze kan fotograferen. Dit is het magische moment waarin het ineens verandert van een afval object in een sculptuur dat schoonheid in zich heeft.”
De serie Passanten is van 14 september tot en met 19 oktober te zien bij galerie ROOF-A in Rotterdam